Dit beeld was uit drie soorten hout gehouwen: iep voor het hoofdvolume, populier voor de engeltjes en eikenhout voor de zon en de maan. De verschillende volumes waren met gesmeedde nagels aan elkaar gezet.

​

Het beeld zat verscholen onder een pakket van 36 vervlagen, samen goed voor 13 kilogram. De laag van 0,5 tot 0,8 centimeter dik zorgde voor groot detailverlies.

​

Door krimp van het verflagenpakket waren craquelures onstaan, waardoor regenwater kon indringen tot op de drager.

Het pakket verborg ook een aantal grote barsten en uitvliegopeningen van houtkevers.

​

Bij afname was het beeld in één kleur geschilderd. Na het uitvoeren van een stratigrafie werd in overleg met de opdrachtgever beslist om opnieuw de oorspronkelijke kleuren aan te brengen, met veelvuldig gebruik van bladgoud.

​

Daartoe werd eerst het pakket verf weggenomen met solventen en hete lucht. De ijzeren doken die de verschillende houtvolumes met elkaar verbindden werden waar mogelijk verwijderd, om toekomstige schade te vermijden.

​

De delen werden opnieuw aan elkaar gezet met epoxy, vermengd met houtmeel. Barsten en breuknaden werden opgevuld met epoxyplamuur. Ook alle uitvliegopeningen werden gereinigd met perslucht en opgevuld met dit plamuur.

​

Na de opvullingen en verlijmingen werd het beeld opnieuw geschilderd en verguld.